Zaak: franchisenemer begint interactiviteiten na franchiseovereenkomst
Franchisegever heeft een formule ontwikkeld voor het exploiteren van een groothandel in kappersbenodigdheden en het verrichten van werkzaamheden die daarmee verband houden. Franchisenemer sluit een franchiseovereenkomst met franchisegever heeft de activa van de voorgaande franchisenemer overgenomen. De franchiseovereenkomst vermeldt: “Franchisenemer is gehouden jaarlijks minimaal 90% van de door franchisenemer te verwerven kappersbenodigdheden en haarartikelen in te kopen bij franchisegever.”��Twee jaar later begint de franchisenemer een internetwinkel onder de naam “‘t Kapperswinkeltje”. De producten van ‘t Kapperswinkeltje worden niet via de franchisegever ingekocht. Franchisegever vordert betaling van de boete.
Rechter: uitleg franchise afnameverplichting
De rechter oordeelt dat de tekst van de overeenkomst niet inhoudt dat alle activiteiten van franchisenemer op het gebied van de handel in kappersbenodigdheden onder de franchiseovereenkomst vallen. Partijen hadden dat eventueel met zoveel woorden in de overeenkomst kunnen opnemen, maar zij hebben dat niet gedaan. Franchisegever kon niet verwachten dat alle activiteiten van franchisenemer op het gebied van handel in kappersbenodigdheden onder de franchiseovereenkomst zouden vallen. (volledig vonnis van het gerechtshof Den Bosch van 21 juli 2015)
Conclusie: beperkende uitleg franchise afnameverplichting
De rechter verbindt de afnameverplichting van franchisenemer aan de kapsalon die franchisenemer exploiteert onder de franchiseformule. De afnameverplichting geldt niet voor activiteiten die buiten de activiteiten van de kapsalon vallen. De rechter beperkt hier met de uitlegregels de brede of onduidelijke werking van de in de franchiseovereenkomst opgenomen afnameverplichting. De franchiseovereenkomst schrijft wel voor “de door franchisenemer te verwerven kappersbenodigdheden en haarartikelen” bij franchisegever moesten worden afgenomen. De franchisenemer (een vennootschap onder firma) ging zelf onder andere naam via internet kappersbenodigdheden verkopen. Strikt genomen had dit ook onder de bepaling kunnen vallen. De rechter vond in dit geval dat dit te ver ging. In de franchiseovereenkomst stond niet dat de verplichting gold voor alle te verwerven kappersbenodigdheden. De rechter leidt hieruit af dat de franchisegever dat ook niet mocht verwachten.
Terug naar het overzicht uitleg van een franchise overeenkomst.
Als u meer wil weten over de uitleg van een bepaling in uw uitleg-conflict, kunt u contact met ons opnemen om��samen uw mogelijkheden in kaart te brengen. Dat kan bijv. in een analysegesprek, of��via 06 52 67 59 57 of��jaap.van.lynden@malmbergwaling.nl.
Jaap van Lynden is advocaat bij MalmbergWaling, gespecialiseerd in Samenwerkingen en Ontvlechtingen.